Wanneer spreken we van een conflict?

Wat is een conflict?

Conflict betekent letterlijk: botsing, strijd, verschil van mening. Een conflict is een smeulend meningsverschil, een slaande ruzie, langdurige tegenwerking enzovoorts. Een definitie van een conflict luidt als volgt:

Een conflict is een situatie waarin twee of meer partijen - individuen of groepen - die behoren tot één sociaal systeem, dingen nastreven die onverenigbaar zijn, en daardoor in botsing komen.

Dus, mensen moeten...

  1. Onderdeel zijn van hetzelfde sociaal systeem, zoals bijvoorbeeld een team, afdeling of bedrijf - mensen zijn van elkaar afhankelijk;
  2. Belangen nastreven die niet met elkaar verenigbaar zijn;
  3. Daarover met elkaar in botsing komen.

... om te spreken van een arbeidsconflict.

Kenmerken van conflicten

Een vijftal kenmerken zijn onverbrekelijk verbonden met conflicten. Bij een conflict is er sprake van:

  • Verschillende behoeften, inzichten en gevoelens
    Behoeften, inzichten en gevoelens verschillen van mens tot mens. Ieder van ons weet dat, maar lang niet altijd handelen wij daarnaar (we gaan onopzettelijk uit van onze eigen behoeften etc.) Soms zijn juist deze verschillen de oorzaak van een conflict.
    Dit betekent dat in conflictsituaties de 'feitelijke waarheid' soms vrij onbelangrijk is. Mensen reageren veel meer vanuit hun eigen waarheid. De eigen opvattingen en gevoelens zijn de leidraad voor gedrag.
     
  • Onbegrip voor de ander
    Conflicten komen vaak voort uit het niet willen of kunnen opbrengen van begrip voor de ander. Naarmate de verschillen tussen individuen groter zijn is de kans op onbegrip ook groter (denk aan andere culturen). Soms spelen ook vooroordelen en stereotiep denken een rol.
     
  • Negatieve emoties
    Conflicten zijn verbonden aan negatieve emoties. Er kan iemand al langer iets dwars zitten, waardoor op een gegeven moment 'de bom barst'. Emoties kunnen steeds verder oplaaien tijdens een conflict. Men wordt het zat om steeds weer dezelfde argumenten te geven/te horen en is in een steeds kortere tijdsperiode kwaad en geïrriteerd. Meestal neemt dan ook het onbegrip voor de ander toe. Hier kunnen ook antipathieën een rol spelen. Soms 'mag men een ander niet', soms is men 'gewoon' afgunstig. Conflicten zijn dan ook nooit alleen maar rationeel.
     
  • Verstoorde communicatie
    Bij een conflict is er sprake van een verstoorde communicatie. Er is een impasse, of op zijn slechtst willen personen niet meer met elkaar praten. Er treedt simplificatie op. Dat wil zeggen dat naarmate men bozer wordt, men ongenuanceerder wordt. Men luistert steeds minder naar de ander. Een verstoorde communicatie kan ook aanleiding zijn tot een conflict.
     
  • Polarisatie
    Bij conflicten betrekken mensen (soms letterlijk, in het geval van oorlog) stellingen. Indien er al verschillen waren dan hebben deze de neiging alleen maar groter te worden.
     

Soorten conflicten

Er bestaand verschillende soorten conflicten

  • Waardenconflict
    onverenigbaarheid met kernovertuigingen zoals religie, ethiek of politiek (het gevoel hebben dat je collega's of vrienden je minder waard vinden omdat je een bepaalde religie aanhangt of een politieke overtuiging hebt)
     
  • Machtsconflict
    concurrentie in de mate van invloed die iemand wil bereiken of behouden in de relatie of het besluitvormingsproces (wel of niet projectleider? Wordt er geluisterd naar mijn suggesties?)
     
  • Economisch conflict
    concurrentie bij het verkrijgen van geld of menselijke hulpbronnen (ik moet altijd alles alleen doen, hij krijgt van iedereen hulp... / ik wilde die functie, maar hij ging naar mijn collega)
     
  • Interpersoonlijk conflict
    onverenigbaarheid in behoeften, doelen of benaderingen van communicatie of werkstijlen (hij loopt de kantjes er vanaf, terwijl ik me elke dag in het zweet werk!)
     
  • Organisatieconflict
    ongelijkheden in de organisatiestructuur en hoe medewerkers aan elkaar rapporteren (verschillen in verantwoordelijkheden en beloningen)
     
  • Omgevingsconflicten
    externe druk (zoals bijv. een recessie) die de dagelijkse werkstructuur beïnvloeden (vervelende thuissituaties, zieke partners, kinderen)