Rechtzaak of mediation?

Moet ik naar de rechter stappen of kan ik beter een mediator bellen?

Wat is de beste manier om een conflict te behandelen? Is er onderhandelingsruimte en bereidheid om samen te zoeken naar een oplossing? Vaak blijkt dat het belang - en dus de oplossing - ergens anders ligt dan waar de intiële boosheid of de klacht zich op richt.

De mediator kijkt verder dan de juridische kaders die het conflict beheersen. Hij richt zich ook op de relationele en communicatieve aspecten van het geschil. Om wat voor soort conflict gaat het? Waar gaat het partijen nu werkelijk om? Waarom komen ze er samen niet uit?

Rechtszaak...

Een gang naar de rechter kan waardevol zijn. Zeker als partijen echt willen weten of het besluit juridisch correct is en graag hebben dat de rechter daarover duidelijkheid schept. Met een rechtszaak is dus niets mis. Als beide partijen maar de weloverwogen bedoeling hebben om juridisch de degens te kruisen!

...of mediation?

Bij conflicten waarbij ook een achterliggende agenda een rol speelt is het meestal beter te kiezen voor een andere weg. Een schriftelijke procedure, zoals de juridische procedure, doet namelijk geen recht aan de kern van deze geschillen en is daarmee niet doeltreffend. Het grote voordeel van mediation is dat er naast aandacht voor de inhoud ook aandacht is voor:

  • de wijze van communicatie,
  • de emoties en
  • het eventuele herstel van de relatie tussen beide partijen.
Wanneer wel mediation? Wanneer geen mediation?
  1. Er is sprake van onderhandelingsruimte/keuzevrijheid (juridisch, financieel, communicatief, relationeel).
  2. Partijen verwachten dat een gerechtelijke procedure geen oplossing biedt. Bijvoorbeeld omdat er sprake is van een 'mager' juridisch dossier.
  3. Partijen hebben een doorlopende relatie met elkaar. Zij willen die voortzetten of op een goede manier beëindigen. Een 'goede manier' kan zijn: partijen zijn allebei tevreden; on speaking terms blijven; binnen acceptabele grenzen; waardig en met respect; geen gezichtsverlies.
  4. Emoties spelen een rol. Het conflict dreigt te escaleren. Er dreigt een impasse te ontstaan.
  5. Partijen interpreteren de feiten verschillend. Er is dus sprake van een communicatieprobleem.
  6. Partijen hebben er moeite mee met de onderhandelingen te beginnen.
  7. Partijen willen het conflict snel oplossen.
  8. Partijen willen de zaak vertrouwelijk regelen.
  9. Advisering, begeleiding en onderling overleg hebben niet tot een oplossing geleid.
  1. Een partij kan zichzelf niet goed vertegenwoordigen en heeft geen (juridische) bijstand. Dit kan wijzen op weerstand, het niet mee willen werken aan mediation. Er is dan dus geen sprake van vrijwilligheid.
  2. Een partij dreigt met strafrechtelijke aangifte.
  3. Het gaat om 'het principe', waarover de rechter moet beslissen. Partijen willen dat er jurisprudentie ontstaat.
  4. Op voorhand is duidelijk hoe het juridisch oordeel uitvalt. Dat is vaak het geval als er geen juridische onderhandelingsruimte is.
  5. Externe partijen zijn onderdeel van het conflict. Of er is een te groot aantal verschillende partijen of personen bij het conflict betrokken. Dat is bijvoorbeeld zo bij een samenwerkingsprobleem in een eenheid of team.
  6. Partijen kunnen het conflict zelf oplossen.